TilvoliVredenburg, Utrecht – 8 september 2018
Sinds een paar jaar organiseert Gaudeamus als onderdeel van de muziekweek ‘Saturday Night at TivoliVredenburg. Zeg maar een muziekfestival binnen een muziekfestival. Er valt natuurlijk te genieten van hedendaagse gecomponeerde muziek, maar er is op deze avond ook altijd heel veel andere muziek te horen. Van free-jazz tot dansbare elektronica, van muziektheater tot performancekunst en alles dat zich hier zo ongeveer tussendoor beweegt.
En dus zagen we allereerst een project uit het Ulysses Netwerk. Eerst hoorden we het Ulysses Ensemble, onder leiding van Lucas Vis met ‘5 things that really matter in 2018’ van Mikolaj Laskowski, vervolgens ‘Dépaysement’ van Yongbom Lee, uitgevoerd door het IEMA ensemble, onder leiding van Lautaro Mura Fuentealba en tot slot voerden beide ensembles samen, eerst gedirigeerd door Fuentealba en vervolgens door Vis, eerst ‘a su sinuoso paso’ van Javier Quislant Garcia uit en vervolgens ‘Vaporized Tivolo’ van Anders Hillborg. Het laatste stuk stamt uit 2010, de drie andere werken waren wereldpremières.
Van Mikolaj Laskowski voerde het Ensemble Nikel vrijdag zijn visie op ‘Outer Space’, de film van Peter Tscherkassky uit. Een heftig stuk waarin free-jazz, postrock en noise op indringende wijze samenkomen. Eén en ander geldt onverkort voor zijn ‘5 things that really matter in 2018′. Middels een serie gewelddadige geluidsuitbarstingen sleept Laskowski ons direct zijn arena binnen. Het Ulysses Ensemble werpt hier een ondoordringbare muur van noise op, doorspekt met veldopnames en andere elektronische geluiden. De rustigere passages, die zijn er ook, zijn al even hermetisch, ondoordringbaar en angstaanjagend. Bijzonder zijn de tableau vivants die de musici verderop neerzetten als onderdeel van het stuk. Zo overweldigend als Laskowski’s stuk klinkt, zo ingetogen klinkt ‘Dépaysement’ van Lee. Met name het eerste deel biedt prachtige muzikale vergezichten, middels een lange, transparant klinkende spanningsboog. Mooi ook hoe Lee langzaamaan de spanning in dit stuk opvoert naar het tweede deel waarin de percussie een grote rol speelt. Elegant en stuwend tegelijk. Garcia’s ‘a su sinuoso paso’ is een zeer enerverend stuk waarin vliedende klanken vrij spel krijgen, als papier in de wind. En op andere momenten klinkt het zelfs theatraal. Dat laatste geldt overigens ook zeker voor ‘Vaporized Tivoli’ van Hillborg. Wat hier verdampt is natuurlijk het pretpark in Kopenhagen. De blazers klinken als een op hol geslagen bigband, of fanfare zo u wenst. Melodische fragmenten worden door Hillborg op geheel nieuwe wijze herschikt tot een opwindend stuk.
Neemt Hillborg het pretpark als uitgangspunt, Jonathan Brigg doet iets soortgelijks met het circus. Zijn stuk dat kortweg ‘Circus’ heet, wordt uitgevoerd door het onvolprezen Orkest de Ereprijs. Een perfect stuk voor dit ensemble met zijn voor hedendaags gecomponeerde muziek bijzondere bezetting. Qua hoeveelheid blazers en ritmesectie doet dit ensemble immers eerder denken aan een bigband dan aan een ensemble voor hedendaagse muziek. Maar Brigg maakt er goed gebruik van. Ritmisch past het stuk bij het circus, maar er is bij Brigg ook ruimte voor de melancholie, de ernst en de spanning die eveneens bij het circus horen. Het orkest brengt ook een nieuw stuk van Ivan Vukosavljevic, vorig jaar dong hij nog mee naar de award, ‘Still Life’. Het stuk begint uiterst subtiel met elektronische klanken vermengt met blazers, samengesmeed tot een fragiel klanklandschap. Vukosavljevic’ achtergrond als gitarist horen we hier onmiskenbaar terug. Gaandeweg haken er steeds meer blazers aan en wordt het stuk steeds meer gelaagd. Bijzonder is ook de tuba die de zwaarte binnenbrengt.
Maar zoals gezegd is er meer te beleven op deze avond. Er is ruimte voor de experimenten van Jasper Stadhouders, Oscar Jan Hoogland en Frank Rosaly. Practical Music noemen ze het resultaat en Hoogland is aanwezig als nooit tevoren. Het podium staat vol met platenspelers – bijzondere effecten worden bereikt door meerdere versies van dezelfde LP, ieder met een fractie tijdsverschil, tegelijkertijd af te spelen – ,een fruitautomaat zoals we die bij de snackbar vinden, sirenes, zelfgebouwde luidsprekers en een verzameling nog te definiëren voorwerpen. Stadhouders beweegt er behendig tussendoor, beurtelings op gitaar of op basgitaar, Lillinger bouwt onverwoestbare ritmes. Het knalt alle kanten op, bruist van het leven.
Veel elektronica ook vanavond. Bijvoorbeeld in de vorm van de subtiele drones van Sarah Davachi. Vliedende klankmassa’s creëert ze, die langzaam, uiterst langzaam van kleur veranderen. Davachi neemt er uitgebreid de tijd voor. Dit is muziek waarin vrijwel niets gebeurd, alles wat er is, is er vanaf het begin. Eén vraag rijst er wel: waarom staat ze in de foyer van de Pandora zaal waar de akoestiek gewoonweg niet slechter kan? Iemand van het kaliber van Davachi verdient toch echt beter! Carla del Forno treft het wat dat betreft overigens niet veel beter. In Club Nine is de akoestiek niet veel beter. Al klinkt het op het balkon wat beter dan beneden. Voor wie Del Forno niet kent: ze schrijft van weemoed doordrenkte liedjes, bespeelt zelf de basgitaar en laat zich begeleiden middels elektronica. Vrolijk kun je onmogelijk worden van deze muziek, maar op de één of andere manier weet ze je voor zich te winnen. Een hoogtepunt op deze avond is het optreden van Kara-Lis Coverdale. Middels elektronica en een ouderwets orgel bouwt deze dame een rijk gekleurd klanklandschap. Duistere onweerswolken, waar zo nu en dan de zon doorheen breekt. Golvende, pulserend ritmische frases worden afgewisseld met vibrerende nevelslierten van klank, vaak met een duistere ondertoon. Eindigen doen we in stijl, met een duistere, zich minutenlang voortslepende drone van het oude orgel, waar zeer vaag een melodisch patroon doorheen klinkt. Heel langzaam dooft het uit.