Willem Twee Concertzaal – ‘s-Hertogenbosch – 9 november 2017 (November Music)
Anthony Fiumara is dit jaar de componist-In- Focus tijdens November Music. Hij schreef het nieuwe Bosch Requiem dat vorige week donderdag in première ging en staat vandaag centraal in een kamermuziekmarathon. Componist en gitarist Aart Strootman kwam met het lumineuze idee om deze zes uur durende serie concerten, waarin naast het werk van Fiumara ook een groot aantal andere componisten voorbij komt, heel toepasselijk de ‘Fiumarathon’ te noemen.
Fiumara’s muziek is sterk verwant aan en beïnvloed door de Amerikaanse minimal music en door de popmuziek. Dat horen we overduidelijk terug in de stukken die vandaag op het programma staan. Nauw daarmee samen hangt dat Fiumara een hekel heeft aan de nadruk die er in veel hedendaagse muziek ligt op de structuur en de constructie van de muziek. In een interview met Joep Christenhusz, verwerkt tot het boekje ‘What you hear is what you hear’, dat tijdens het festival te koop is, vergelijkt hij het met een auto: “Als ik auto rijd, hoef ik ook niet te weten wat er allemaal onder de motorkap gebeurt. Ik wil een prettige rijervaring. Niets meer en niets minder.” Dit citaat tekent Fiumara en zijn muziek in een notendop. Nauw daarmee samen hangt dat hij ernaar streeft om muziek te maken die direct bij de luisteraar binnen komt, als het even kan een fysieke ervaring oplevert en als het ware beweging genereert. En het mag gezegd na de nodige stukken geconsumeerd te hebben: daar slaagt hij over het algemeen prima in. De titel van het eerder genoemde boekje, ‘what you hear is what you hear’ is dan ook uitstekend van toepassing op deze man en zijn muziek. Wellicht wordt dit nog wel het best duidelijk in de solostukken. Vandaag horen we er twee voor gitaar, beide worden gespeeld door Aart Strootman en één voor saxofoon, gespeeld door Tom Sanderman. ‘Dust’ en ‘For Aart Strootman’ zijn vrij korte stukken waarin Fiumara één enkel idee nauwgezet uitwerkt. ‘Dust’ is daarbij ritmisch, terwijl ‘For Aart Strootman’ subtiel en ingetogen klinkt. Maar in beide stukken weet Fiumara je even mee te nemen in zijn wereld.
In het veel uitgebreidere ‘The River Beneath Us’ lukt dit nog beter. Met name door de afwisseling van langzame en snelle delen. Dit stuk kwam hier overigens eerder voorbij toen we aandacht besteden aan de cd die Sanderman onlangs uitbracht met dezelfde titel. Bijzonder is ook zeker ‘Counting Eskimo Words for Snow’. Fiumara schreef het oorspronkelijke stuk in 2008 als stuk voor tape met daarop een collectie veldgeluiden en de door Inuit uitgesproken verschillende woorden voor sneeuw. Pianist Ralph van Raat vroeg Fiumara onlangs om het stuk te voorzien van een pianopartij, een versie die hier in première gaat. Het stuk, een overtuigende combinatie van veldgeluiden en akoestische klanken vormt tevens een mooi voorbeeld van een succesvolle kruisbestuiving tussen componist en uitvoerder.
Maar er zijn op deze overvolle middag nog veel meer aantrekkelijke composities te beluisteren, al dan niet door Fiumara beïnvloed. Dat laatste is zeker het geval met de jonge componisten die van Strootman, artistiek leider van F.C. Jongbloed de opdracht kregen om voor het ensemble een stuk van drie minuten te schrijven volgens de principes van minimal music in brede zin. Het levert een verrassende hoeveelheid composities op waaruit blijkt dat de minimal music nog steeds springlevend is. In het overige programma zijn er eveneens een aantal stukken die in het oog springen. Bijvoorbeeld Silvia Borzelli’s ‘Earwitness’, een strijkkwartet dat wordt uitgevoerd door het eveneens uit Italië afkomstige Quartetto Maurice. Borzelli creëert een overtuigende eenheid van veldgeluiden en kwartetspel. Het stuk kent een ingetogen begin maar gaandeweg neemt het stuk in tempo toe en klinkt de cadans van de strijkers steeds gejaagder, als in een goede thriller. Zeer bijzonder is ook het stuk ‘Raw Rocks’ van Aspasia Nasopoulou dat hier door Ralph van Raat in première wordt gebracht. Naspoulou is naast componiste ook geologe en baseerde dit stuk op onderaardse processen en bewegingen. Een deel van het stuk bestaat dan ook uit massieve, hoekige structuren, vormgegeven middels dreunende akkoorden. Die structuur wordt echter op de meest onverwachte momenten doorsneden met speelse loopjes, lees: ook de natuur is onvoorspelbaar. Dit zeer afwisselende maar ook pittige stuk vormt daarmee een waar feest voor het oor en daar hoef je geen geoloog voor te zijn.
Tot slot moet het nieuwe stuk voor strijkkwartet van Mayke Nas hier genoemd worden. Met ‘Withorwithout’ schreef zij een serie variaties op het tweede bagatelle van Anton Webern. Uit dit zeer korte stukje, dat klinkt als muziek een snelkookpan, distilleerde zij voor iedere variatie een element. En zoals in de meeste stukken van Nas koppelt ze ook hier weer op grootse wijze humor aan ernst. Het begint met ‘Without Bow’ waarin ze het stukje pizzicato uit dit bagatelle uitrekt. Leuk is ook ‘Without Fuzz, Stripped to it’s Essentials’ – we horen van alle vier de solisten een strijkbeweging en tot slot een gelijk gespeelde pizzicato noot; with air – de vier solisten maken louter de bewegingen voorzien van licht gekreun en tot slot ‘Neoplasticicsm’ waarin ze het bagatelle tot een aantrekkelijke pop melodie verwerkt. En dit alles wordt met grote toewijding gebracht door het Ragazze Kwartet, dat ook hier weer bewijst tot onze beste strijkkwartetten te behoren.