De Poolse componist Andrzej Kwieciński, geboren in 1984, resideert sinds 2005 in Nederland. Het was het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en de componisten Louis Andriesen, Martijn Padding en Yannis Kyriakides die hem trokken en beïnvloedden. Maar we horen natuurlijk ook de Poolse klassieke traditie terug in zijn werk, evenals de invloed van Gérard Grisey, Helmut Lachenmann en Salvatore Sciarrino. Maar bovenal heeft Kwieciński, ondanks zijn nog relatief jonge leeftijd, reeds een eigen stem. Een recent album, ‘Umbrae’, bevat een tweetal strijkkwintetten en een tweetal strijkkwartetten en biedt een prima introductie op zijn werk.
Het eerste strijkkwartet waar het album zijn naam aan ontleent ‘Umbrae’, ontstond nog in Polen in 2004. Het is volgens de componist zijn eerste volwaardige stuk en ging in première tijdens een muziekfestival voor studenten in Warschau. De titel komt uit het Latijn en betekent ‘schaduw’. In dit stuk laat Kwieciński reeds zijn voorliefde voor microtonaliteit horen en zijn verwantschap met de grote Poolse componisten van na de oorlog als Henryk Górecki en Witold Lutoslawski. Na een rustig en verstild begin volgt een stuwende episode, waarin vooral de glissandi opvallen. Het einde brengt de titel in herinnering: als schaduwen verglijden de gestreken noten die duidelijk buiten ons modale toonstelsel vallen. Het tweede strijkkwintet ‘Mural’, ging vijf jaar later in première tijdens het Kamermuziekfestival in Den Haag. Het stuk begint met een aantal vrij heftige strijkbewegingen, doorsneden door stiltes. Een viool maakt zich los voor iets wat in de verte op een melodie lijkt en gaandeweg ontstaat er een vorm van samenspel binnen het kwintet. Als constante behouden we een soort van heftige onrust. Tot het geheel stilvalt en het procedé zich herhaalt. De verschillen tussen de twee strijkkwintetten zijn dan ook maximaal. Zo coherent als ‘Umbrae’ klinkt zo vervreemdend en gedesoriënteerd klinkt ‘Mural’. Wat de stukken verbindt en ze herkenbaar maakt als muziek van Kwieciński is de intensiteit. Dit is allesbehalve achtergrondmuziek! In beiden stukken klinkt een gevoel van urgentie door, deze muziek doet ertoe.
De twee stukken voor strijkkwartet dateren allebei uit 2014. Het eerste is getiteld ‘Luci nella notte V’ en is het slotstuk van een serie. Het stuk is geschreven voor vier strijkkwartetten, waarbij Kwieciński een strijkkwartet de mogelijkheid laat om drie partijen van te voren op te nemen en de vierde partij live te spelen. Een mogelijkheid waarvoor ook gekozen is op dit album. Het stuk ging in 2014 in première tijdens het ‘Kwartesencja’ Festival in Warschau door het Poolse Royal String Quartet dat ook op dit album tekent voor de uitvoering. ‘Luci nella notte V’ is een subtiel stuk met lang aangehouden strijkbewegingen, als een trillende horizon, doorsneden door heftige passages, die wel wat aan de bewegingen zoals we ze ook tegenkomen in ‘Mural’ doen denken. En het is vooral die combinatie, waarin we overigens wederom de voorliefde voor microtonaliteit in tegenkomen, waar Kwieciński mee weet te boeien. Het tweede strijkkwartet, ‘Contregambilles’ klinkt het meest creatief en speels. Hier verrast de componist met een verzameling miniaturen die ogenschijnlijk weinig met elkaar van doen hebben, behalve dan dat ze bijdragen aan een caleidoscopisch stuk dat de luisteraar continu op het verkeerde been zet.
Het Royal String Quartet tekent op dit album voor de uitvoeringen samen met de bassist Tomasz Januchta in de kwintetten. Gezamenlijk zorgen zij voor zeer zorgvuldige, maar ook zeer spannende uitvoeringen van deze enerverende werken. Het album verscheen bij het eveneens Poolse Bolt Records. Het is daar te koop of rechtstreeks via de componist.
Beluister hier ‘Umbrae’: