Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam (Holland Festival) – 17 juni 2017
Onder de naam ‘Ruang Suara’ startte het uit Frankfurt afkomstige Ensemble Modern in oktober 2014 een programma met acht Indonesische componisten. Alle acht ontwikkelden in samenwerking met het ensemble een compositie die in Frankfurt in première ging en aansluitend in diverse Indonesische steden werd uitgevoerd. Vijf van deze stukken worden nu ook uitgevoerd tijdens deze editie van het Holland Festival in het Muziekgebouw aan ’t IJ, samen met een wereldpremière van een nieuw stuk van het noise-duo Senyawa.
Opvallend is de grote mate van diversiteit tussen de diverse componisten en de wijze waarop zij de tradities van de diverse subculturen binnen dit zeer heterogene land combineren met de westerse hedendaagse gecomponeerde muziek. Taufik Adam grijpt met ‘Balayia’ bijvoorbeeld naar de band die de Minagkabauers van West-Sumatra hebben met de zee. ‘De zee kiezen’ is de vertaling van ‘Balayia’. En de zee kiezen doe je om te gaan vissen, in je levensonderhoud te voorzien. In deze suite verklankt Adam de gevoelens van vertrek en thuiskomst middels aantrekkelijke ritmes en melodieën. Een belangrijke rol is weggelegd voor de bansi, een bamboefluit. Het verleent een voor ons exotisch karakter aan dit stuk. met ‘Mata dan Senar’ bewandelt Stevie Jonathan Sutanto een andere weg. Door met louter snaarinstrumenten te werken, inclusief de piano en de rebab, een twee-snarige luit, creëert deze uit Jakarta afkomstige componist een volstrekt eigen klankwereld. In aanvang intiem, poëtisch, verwordt het stuk al snel tot een enigmatische compositie, met ongenaakbare elementen. Het eindigt in een duistere elektronische drone. Bijzonder is in dit stuk ook het gebruik van video. Het toont de ogenpartij uit diverse gezichten, in heftige kleuren verschietend tijdens de dramatisch muzikale passages. De uit Bali afkomstige Dewa Alit zoekt aansluiting bij de Balinese gamelanmuziek zonder ook maar één onderdeel uit een gamelanorkest te gebruiken. Zijn stuk, ‘Open Door’ geheten, is goed te definiëren als een klankonderzoek waarbij Alit een brug tracht te slaan tussen deze typisch Balinese kunstvorm en de westerse muziek. Zijn muziek is soms ritmisch, soms abstract, soms ingetogen, soms theatraal, maar altijd met een onverwachte kant. Het stuk eindigt in een daverende, poly-ritmische climax.
Bekijk hier de uitvoering van ‘Mata and Senar’:
Bijzonder is ook Gema Swaratyagita’s ‘Da-Dha-Dah’, dat zij baseerde op ‘Ursonate’ een gedicht van de dadaïst Kurt Schwitters. Swaratyagita verklankt dit gedicht maar brengt tevens theatervormen in haar stuk, à la Schwitters. Zo start dirigent Bas Wiegers op een leeg podium, zangers in de coulissen reageren op zijn eerste aanwijzingen. Dan komt de fluitist vanaf de zijkant aangelopen, zijn spel vermengend met gemurmel in zijn fluit. Gaandeweg komen alle musici het podium op in wisselende samenstellingen, er wordt met proppen gegooid en Wiegers mag eindelijk eens niezen tijdens een concert. Muzikaal valt er echter ook veel te genieten in deze synthese tussen traditionele muziek en westerse kunstmuziek. ‘Mihrab’ van de Javaanse componist Gatot Danar Sulistiyanto is het vijfde stuk dat in Frankfurt ontstond. Uitgangspunt voor dit stuk is de communicatie tussen de mens en het goddelijke, gesymboliseerd door de mihrab, de gebedsruimte in de moskee. Het stuk bezit een spirituele kracht, maar kenmerkt zich tevens door heftige dynamiek. Het levert een mooie mix op van ingetogen traditie en hedendaagse avant-garde.
Dat geldt eens te meer voor de muziek van Senyawa. Senyawa is een duo bestaand uit zanger Rully Shabara en multi-instrumentalist Wukir Suryadi. De zang van Shabara is beslist bijzonder te noemen. Hij combineert de technieken uit de vocale traditie van Sulawesi, waar hij opgroeide, met het typische vocabulaire van metal. Soms klinkt hij zeer ingetogen, fluisterzacht, om op het volgende moment een bulderende orkaan in werking te zetten. Suryadi, zijn muzikale partner, lijkt op een doorsnee rockartiest maar bedient zich intussen van zeer onorthodoxe, zelfgebouwde, vreemdsoortige instrumenten. In ‘Muslim Timur’ dat zij in opdracht van het Holland Festival schreven combineren ze hun kunsten met een aantal musici van Ensemble Modern. In samenklank met viool, cello, trompet, contrafagot en slagwerk creëren de heren een wel heel bijzondere synthese van klanken.
Eén kanttekening is bij dit bijzondere project echter wel op zijn plaats. Het blijft wat vreemd dat uitgerekend een ensemble uit Frankfurt ons kennis moet laten maken met deze bijzondere componisten. Ze doen het fantastisch en ook Bas Wiegers bijdrage mag zeker niet onderschat blijven. Maar dit project doet ook de vraag reizen waarom Indonesische muziek, ondanks onze gedeelde geschiedenis en de rol die Nederland daar eeuwenlang heeft gespeeld, vrijwel nooit is te horen. Aan de componisten ligt het niet, talent genoeg bewijst dit concert. Dus wie pakt de handschoen op?