Dag in de Branding – Editie 43 (Concert Recensie)

Diverse locaties, Den Haag – 11 maart 2017

15672580_10154986104987189_7105712031904508788_n
Varèse (links) en Stockhausen

Twee componisten slechts op deze 43ste editie van Dag in de Branding. Maar dan wel twee componisten die van onschatbare waarde zijn voor de ontwikkeling van de hedendaagse muziek: Edgar Varèse en Karlheinz Stockhausen. De eerste, Varèse was zijn tijd ver vooruit en componeerde reeds in de jaren ’20 van de vorige eeuw muziek die pas na de Tweede wereldoorlog gangbaar zou worden. En ook Stockhausen zou heel wat tegenwerking ondervinden in het conservatieve Duitsland van na de oorlog.

Varèse’s oeuvre is bijzonder klein, het bestaat uit slechts twaalf stukken en past in zijn geheel met gemak op twee Cd’s maar was van bijzonder grote invloed op de generaties na hem. Dat er nu dan maar liefst vijf stukken live te horen zijn, mag als bijzonder gelden. Varèse wordt niet vaak uitgevoerd, mede dankzij de onmogelijke bezetting van een aantal stukken. Door de enorme impact van zijn ideeën op de generaties na hem klinkt zijn idioom ons nu bepaald vertrouwd, zodanig dat we bijna zouden vergeten hoe bijzonder zijn muziek eigenlijk was en nog steeds is. Die is vooral overweldigend. Door de krachten die erin vrijkomen, door de snelle dynamische afwisseling, maar zeker ook door de zeer subtiele momenten die zijn werk eveneens kenmerken. En ja, ook door de vaak zeer aparte bezettingen. Met als hoogtepunt ‘Ionisation’ voor 13 slagwerkers die met elkaar 37 instrumenten bespelen! Bijzonder is dat het stuk hier twee keer klinkt. Eén keer onder leiding van Christian Karlsen, als artistiek leider en vaste dirigent verbonden aan Dag in de Branding en een keer onder leiding van Ryan Bancroft die zijn debuut maakt bij Dag in de Branding. Het maakt het mogelijk om twee verschillende opvattingen van het stuk te horen. Karlsen dirigeert strakker en puntiger dan Bancroft waardoor het stuk beslist aan spanning wint.

17240330_10155260299622189_5750143685285316647_o
Het Ensemble van het Koninklijk Conservatorium met Christian Karlsen in Korzo

Bijzonder aan Varèse is ook zijn open blik. Hij nam weliswaar afstand van de traditie en streefde naar een nieuwe muzikale taal, maar hij betoonde zich duidelijk schatplichtig aan de geschiedenis. Zo vormde de muziek van Debussy een belangrijke bron van inspiratie maar vinden we ook de invloed van Aziatische en Afrikaanse muziek in zijn klankwereld terug. Overigens net als bij Debussy. De muziek van Varèse is bij tijd en wijlen dan ook opvallend ritmisch. Dat geldt voor het eerder genoemde ‘Ionisation’, maar ook voor ‘Octandre’ dat hij schreef voor een octet bestaand uit vier houtblazers, drie koperblazers en een contrabas. Een aantal musici speelt een melodisch patroon, een ander deel een ritmisch. Aan het eind komt het geheel samen tot een opzwepend geheel. ‘Density 21.5′ schreef Varèse voor solofluit. Georges Barrère bracht het stuk in première op zijn nieuwe platina fluit. De massadichtheid van platina is 21,5 gram per kubieke centimeter, vandaar de naam van het stuk. Het is een zeer complexe en dynamische compositie waarbij het uiterste wordt gevraagd van de fluitist. Opvallend zijn de zeer hoge noten naar het einde toe, zelfs een tot dat moment nooit eerder voor fluit gecomponeerde hoge d. Ze klinken schril en bijna beangstigend.

Zeggen dat Stockhausen verder ging waar Varèse stopte is nog niet zo’n vreemde. Zo experimenteerde Varèse met elektronica, in het ook hier uitgevoerde ‘Déserts’, maar stierf te vroeg (1965) om hier echt stappen mee te kunnen zetten. Stockhausen deed dit wel. Zelfs zodanig dat hij van grote invloed zou worden op de ontwikkeling van de elektronische muziek in de jaren ’90. Maar ook verder hebben de componisten zeker het één en ander gemeen. Beiden hadden een zeer duidelijke, uitgesproken visie op de rol van de componist en beiden gingen op compromisloze wijze hun weg. In beide gevallen resulterend in een bijzonder oeuvre. Wat van Stockhausen overigens van een geheel andere omvang is. Met zijn 370 composities redelijk onuitputtelijk.

De zeven opera’s die Stockhausen schreef onder de naam ‘LICHT: DIE SIEBEN TAGEN DER WOCHE’ maken daarvan een substantieel deel uit. Het is dan ook van grote importantie dat het Holland Festival heeft aangekondigd dat tijdens de editie 2019 een zeer uitgebreide selectie te horen zal zijn uit deze cyclus. In een voorstelling op drie achtereenvolgende dagen, bestaande uit totaal 16 uur live muziek (inclusief pauzes) en 5 uur elektronische muziek. Goed nieuws, ook al omdat dit zal leiden tot veel aandacht voor Stockhausens werk in de aanloop naar dit event. Bijvoorbeeld op deze Dag in de Branding waar zowel ‘Kathinkas Gesang als Luzifers Requiem’ uit ‘Samstag aus LICHT’, als ‘Michaels Reise um die Erde’ uit ‘Donnerstag aus LICHT’ weerklinkt. In beide stukken nemen solisten de rol in van zangers en verklanken met hun instrumenten de stemmen. In ‘Kathinkas Gesang’ is het de fluit, terwijl in ‘Michaels Reise’ de trompet deze rol op zich neemt, ondersteund door klarinetten en een basklarinet.

17192429_10155260300902189_635708281177414040_oDe fluitist in ‘Kathinkas Gesang’ is een kat. Zij speelt een requiem voor Luzifer die schijndood in zijn graf ligt. 22 rituele oefeningen moeten zijn ziel naar de verlichting brengen. Kathinka loopt ze alle 22 af, staande voor twee cirkels met getallen, telkens andere melodietjes die op de cirkels staan genoteerd, spelend. In de zaal staan verder zes slagwerkers opgesteld verkleed als een soort van robots, omhangen met allerhande instrumenten, ze hebben ook wel iets weg van een marskramer uit oude tijden, die het fluitspel van ondersteuning voorzien middels het slaan op hangende metalen platen, vogelfluitjes en allerhande andere percussie-achtige instrumenten. De fluitpartij vormt een ware tour de force. Hier aangegaan door fluitiste Karin de Fluyt die reeds een grote staat van dienst heeft opgebouwd in het oeuvre voor fluit van Stockhausen. En dat is hier goed te horen. Ze speelt vrijwel onafgebroken drie kwartier op haar instrument en knoopt de ene betoverende partij aan de ander. Soms heel helder klinkend, maar op andere momenten gruizig, schreeuwend – ook letterlijk, lispelend en grommend. Stockhausen heeft de mogelijkheden van de fluit in dit stuk duidelijk volledig uitgebuit.

17218422_10155260301562189_8520134294676194878_oDat geldt overigens ook voor de trompet in ‘Michaels Reise um die Erde’. Hier is het Marco Blaauw die soleert. Ook voor hem geldt dat hij een specialist is in het werk van Stockhausen. Met een riem vol dempers gaat hij de partituur te lijf. Met zijn trompet en de grote variëteit aan dempers, weet hij een bijzonder breed scala aan klanken te creëren. Het is dat je ziet dat het uit die trompet komt, anders zou je het niet geloven. Blaauw verbeeldt hier de aartsengel Michael die een reis over de aarde maakt en dit uiteindelijk met de dood bekoopt. Net als Christus vaart hij vanuit Jeruzalem ten hemel waar hij met de maan, Eva een enerverend duet uitvoert. Het is één van de hoogtepunten van deze scène, een ware dialoog met instrumenten. Hetzelfde geldt overigens voor de dialoog met de contrabas die ervoor zit. Verder is deze scène voor solotrompet, orkest en elektronica, waardoor het stuk ook wel wat weg heeft van een trompetconcert.

De stukken op deze dag worden allemaal uitgevoerd door studenten van het conservatorium. En we hebben het reeds eerder gezegd, maar herhalen het hier graag nog eens: wat is het niveau van deze musici hoog! Op geen enkel moment tijdens deze dag leeft het gevoel dat we met een tweederangs uitvoering van doen hebben. In tegendeel. En dat met toch niet echt gemakkelijke muziek. De verwachtingen voor 2019 zijn dan ook hoog gespannen.