Het is 1949 als Morton Feldman, in de lobby van Carnegie Hall, New York, tijdens een uitvoering van de symfonie van Anton Webern, John Cage voor de eerste keer ontmoet. Die avond betekent de start van een lange en intense vriendschap. En het is Cage die Feldman in contact brengt met een aantal belangrijke beeldende kunstenaars als Robert Rauschenberg, Philip Guston, Jackson Pollock en Mark Rothko.
Voor Mark Rothko zou Feldman in 1971 ‘Rothko Chapel’ componeren. Het titelstuk van een nieuw album dat in deze recensie centraal staat.
Half jaren ’60 kreeg Rothko van het echtpaar John en Dominique de Moin het verzoek om een serie schilderijen te vervaardigen voor een nieuw te bouwen kapel in Houston, Texas, een kapel niet verbonden aan een bepaalde godsdienst. Rothko stemde toe, voltooide de schilderijen, maar overleed voor de opening in 1971. Feldman was wel bij de opening en kreeg prompt van het echtpaar het verzoek voor een stuk om zijn vriend te herdenken. Dit stuk werd ‘Rothko Chapel’ en het ging een jaar later in dezelfde kapel in première. Het gelegenheidsensemble Da Camera, bestaande uit altvioliste Kim Kashkashian, pianiste Sarah Rothenberg en percussionist Steven Schick heeft het stuk nu voor ECM op Cd gezet, samen met het Houston Chamber Choir, onder leiding van Robert Simpson, samen met stukken van Cage en Erik Satie.
En hoe doe je dat nu? Achttien immense doeken in een octogonale ruimte vangen in muziek? Dit overweldigende kunstwerk. Feldman zei er zelf het volgende over: “To a large degree, my choice of instruments (in terms of forces used, balance and timbre) was affected by the space of the chapel as well as the paintings. Rothko’s imagery goes right to the edge of his canvas, and I wanted the same effect with the music – that it should permeate the whole octagonal-shaped room and not be heard from a certain distance…” Feldman kiest ervoor om in muziek de sfeer te vangen die de monogrammen bij hem oproepen. De opening van het stuk heeft iets dramatisch in de solo van de altviool en het duistere slagwerk. Zoals de schilderijen de toeschouwer naar binnen lijken te zuigen – Rothko schilderde met die reden op bijzonder groot formaat, zo trekt Feldman de luisteraar met muziek zijn wereld in. Een kristalhelder deel volgt waarin koor en klokkenspel elkaar afwisselen. Abstracter dan het begindeel, de schilderijen wellicht nog wel het best benaderend. Meesterlijk is de fase waarin we het koor horen, begeleid door een ritmische cadans van het slagwerk, in volume wisselend en dan die breekbare solo op altviool die hierop volgt. Een intenser eerbetoon is niet denkbaar. En dan is daar de sopraan in een solo rol en keert het slagwerk terug als een rommelende onweersbui, afgewisseld met het koor en een enkele slag op het klokkenspel. Deze passage heeft iets duisters en beklemmend. Het laatste deel bestaat uit een harmonische dialoog tussen sopraan en altviool, met accenten van het slagwerk. Aan het slot horen we het koor wederom in samenspel met dat duistere slagwerk, gevolgd door een ritmische melodie voor vibrafoon en altviool waarin Feldman een quasi Hebreeuws stuk verwerkt dat hij reeds op vijftienjarige leeftijd componeerde. De wiegende melodie als troostrijk slot.
Bekijk hier het laatste deel van ‘Rothko Chapel’. Uitgevoerd op 3 februari 2013 in de kapel:
De Cd bevat verder vier stukken van Cage en vijf van Satie. De keuze voor Satie lijkt wellicht wat vreemd, maar is bij nader inzien nog niet zo’n gek. Alle drie de componisten hadden een uitgebreide vriendenkring van beeldende kunstenaars die hun werk beïnvloedden en alle drie de componisten hielden zich nadrukkelijk bezig met het begrip ’tijd’, alsof ze de grenzen van dit fenomeen wilden oprekken. Het geldt voor ‘Rothko Chapel’ dat niet echt een structuur kent, maar meer uit sfeerbeelden bestaat, het geldt voor Cage, maar het geldt zeker voor het werk van Satie. Rothenberg speelt hier vijf korte pianostukken, de ‘Gnossienes’, nr. 1,3 en 4 en ‘Ogive’ nr. 1 en 2. De repeterende structuur van deze stukken, gecombineerd met een een zeer uitgebalanceerde wijze van spelen, waarbij stiltes een minstens zo’n grote plaats innemen dan gespeelde noten, brengen de luisteraar in een staat van trance. Met Rothenberg heeft Satie een uitstekende interpretator. Ze geeft hier een bijzonder uitgebalanceerde lezing van deze stukken. Bijzonder zijn ook de beide ‘Ogives’. Het vibrato ten gevolge van de harde aanslagen werkt hier als een drone en de combinatie met de bijna staccato gespeelde melodie verleent de stukken een aangename spanning.
De tijd staat eveneens stil in ‘Four2’ en ‘Five’ van John Cage, voor respectievelijk vier en vijf stemmen. Louter langgerekte klanken horen we, die elkaar overlappen en aanvullen tot een rijkgeschakeerd klanktapijt dat eindeloos lijkt te duren, de tijd opheffend.