Stadsschouwburg, Amsterdam (Holland Festival) – 5 juni 2016
In dit programma met drie Nederlandse premières heeft het Holland Festival componisten bij elkaar gebracht die vragen stellen en maatschappelijke vraagstukken aan de orde stellen. Componisten ook die zich niet alleen via muziek van die taak kwijten, maar die tevens gebruik maken van multimedia, theater, kortom van de middelen die de illusie ten diensten staan. De twee componisten waarvan het Belgisch Nadar Ensemble hier werken op de planken brengt, Stefan Prins en Michael Beil slagen er allebei in op zeer originele wijze in om de toeschouwer mee te nemen in hun verhaal, te verrassen en te raken. Dat geldt tevens voor Olga Neuwirth – tevens focus componist tijdens dit Holland Festival, waarvan ‘Kloing!’ door Marino Formenti wordt uitgevoerd.
Dat de Belgische componist Stefan Prins, tevens artistiek leider van het Nadar Ensemble, ook filosofie heeft gestudeerd zie je overduidelijk terug in zijn werk waarin hij op ingenieuze wijze maatschappelijke vraagstukken aan de orde stelt. Tijdens de laatste editie van het Gaudeamus Festival hoorden en zagen we ‘Generation Kill’, waarvoor Prins de oorlog met drones als onderwerp nam, maar waarin hij ook speelde met de vermenging tussen illusie en werkelijkheid, door op het podium zowel musici live te laten spelen als eerder opgenomen fragmenten te laten horen. In ‘Mirror Box Extensions’ werkt hij deze manier van werken nog verder uit. De titel is ontleend aan de therapie die wordt gebruikt om patiënten met fantoompijn van hun klachten af te helpen. Fantoompijn, het is de ultieme illustratie van de illusie. Een lichaamsdeel dat er niet meer is, kan immers onmogelijk pijn doen! Prins gebruikt het als metafoor voor een tijd waarin niemand meer weet wat echt is en wat fantasie en waarin, door de nog steeds toenemende invloed van de media, die scheidslijnen alleen nog maar verder vervagen. We raken in zijn stuk dan ook volledig verstrikt. Musici spelen live, maar worden eveneens op schermen geprojecteerd, waar ook nog eens eindeloos mee geschoven wordt, waardoor we ineens een musicus hebben die verdacht veel lijkt op de Indiase god Vishnu die naar verluid vier armen heeft. We horen livemuziek en bandopnames en kunnen onmogelijk onderscheiden waar de overgangen zitten. Het enige logische is nog dat alles zich afspeelt op het podium, tot Prins ook deze zekerheid wegneemt en mijn buurvrouw ineens een tablet omhoog houdt, met een filmpje waarin een hand met een paar bolletjes een krassend geluid produceert. En juist op het moment dat ik denk: “Wat doet ze nu?”, zie ik op meerdere plekken tablets omhoog gaan met diverse soorten filmpjes. De verwarring ten top. Muzikaal draagt Prins overigens ook prima bij aan het creëren van verwarring. De muziek heeft opvallend vaak een hoog noise gehalte, terwijl hij op andere momenten een drone gebruikt, geconstrueerd uit veld- en machinegeluiden. Het heeft iets dreigends en duisters wat Prins hier doet, of Prins ons wil wakker schudden en wil zeggen dat het verkeren in die schemerwereld tussen illusie en werkelijkheid ook een andere, minder positieve kant heeft. Wat het natuurlijk ook heeft!
Bekijk hier ‘Mirror Box Extensions:
Ook de Oostenrijkse componiste Olga Neuwirth staat bekend als maatschappijkritisch en heeft reeds in eerder werk, dat over het algemeen niet bijzonder bekend is in Nederland, laten zien dat zij met haar kunst zaken in beweging wil zetten. Wat dat betreft is ‘Kloing!’ nog een zeer toegankelijk werk waarin ook zeker ruimte is voor de humor. De inzet van het stuk is de relatie van de mens ten opzichte van de techniek en het maatschappijkritische komt tot uiting in de stelling van Neuwirth dat die relatie nogal eens ongelijk is, met andere woorden de machine is ons regelmatig de baas. Ze illustreert dat op redelijk ludieke wijze middels de pianola. Het stuk begint met een film waarin een Oostenrijkse kasteelheer vertelt over zijn pianola, aangeschaft begin vorige eeuw. Vervolgens horen we ‘La Campanelle’ van Franz Liszt in een uitvoering van Ferruccio Busoni, afgespeeld door die pianola. Dan schakelt het geluid door naar de Bösendorfer CEUS-piano die op het podium, een ogenschijnlijk gewone vleugel maar in de praktijk een moderne versie van de pianola. We horen een door Neuwirth geselecteerd collage van beroemde piano opnames voorbij komen. Tegelijkertijd zit daar Marino Formenti. Hij probeert te improviseren op de gespeelde muziek. Maar er is één moeilijkheid, de toetsen die bewegen door het mechaniek zijn niet bespeelbaar. Formenti heeft het dan ook lastig en kan vrijwel niets van wat hij begint afmaken. Hij moet immers wel rekening houden met de machine, de machine houdt geen rekening met hem! En naarmate de virtuositeit toeneemt, wordt het steeds lastiger voor Formenti om zelf nog iets zinnigs toe te voegen. En dan is daar de tweede Hongaarse rapsodie in de versie van de kat Tom in ‘The Cat Concerto’ van Tom en Jerry. Jerry speelt echter binnen in de piano ook mee en brengt Tom zo tot razernij. We zien fragmenten uit de tekenfilm en we zien Formenti zwoegen, het is een gelopen race. Maar het ultieme moment voor Formenti komt als de tsunami van 2004 op Sumatra door Neuwirth in de strijd wordt gegooid. In de Grotto Gigante in Triëst Italië worden door een pendulum aardbevingstrillingen opgevangen. De trillingen die de tsunami veroorzaakte zijn vertaald naar muziek. We zien en horen de piano, alle toetsen zijn in beweging, hij schudt en stampt, een overweldigende muzikale beving. Formenti staat machteloos.
Bekijk hier de tekenfilm ‘The Cat Concerto’:
Tot slot is daar ‘Bluff’ van de Duitse componist Michael Beil. Beil wil verwarren en verbazen en, zo zegt hij zelf, uiteindelijk ook wel wat irriteren. Welnu, dat lukt hem. Allereerst muzikaal. We horen een collage van fragmenten orkestmuziek, doorsneden met losse noten, welluidende passages en stemmen. Zo roept iemand om de zoveel tijd “Hello?” Nadat we een ouderwetse telefoon hebben horen rinkelen. En iemand anders doet de melding: “We encountered some technical problems. Thank you for your patience.” ‘Some technical problems?’ ben je geneigd te denken. De musici fungeren in dit stuk meer als acteur dan als musicus, het merendeel van de muziek is eerder opgenomen, ze lopen over het podium, staan in de rij om een stukje te mogen spelen, laten zich filmen – wat later wordt afgespeeld en spelen mime. Het is allemaal zeer verwarrend en ook wel wat vermoeiend. Bijzonder knap gedaan door het Nadar Ensemble, maar wat Beil nu eigenlijk wil zeggen, blijft onduidelijk.