TivoliVredenbrug, Utrecht – 11 september 2015 – 20:00 uur
Het gitaarkwartet Zwerm is één van de ensembles waar de genomineerde componisten intensief mee samenwerkte de laatste tijd. In het geval van Zwerm betrof het de Hongaarse componist Mátyás Wettl. Maar het stuk dat Zwerm, samen met zangeres Donata Kramarz, opvoerde genaamd ‘Wait’ viel tegen. ‘Wait’ is een liefdeslied vol spaarzaam en wel afgewogen gitaarspel en wordt door Kramarz toepasselijk intens gezongen. Maar het lied overstijgt het niveau van een kwalitatief popliedje maar nauwelijks. Hier gebeurt zeker niets opzienbarends. En wat hier extra opvalt, maar ons het hele concert plaagt: het geluidsniveau is weer eens veel te hoog. Vooral in de crescendo uithalen van Kramarz vervormd het geluid tot een schelle kakofonie!
Ook de andere stukken in dit concert zijn van middelmatig niveau. ‘The Major Sevenths Medley’ van Matthew Shlomowitz is opgezet als een medley van hits van een band die nooit heeft bestaan. Shlomowitz levert, onder andere met dit stuk, kritiek op de zogenaamde serieuze componisten in hun ivoren toren en wil een brug slaan naar de populaire cultuur. Welnu daarin slaagt hij. Rock en surf zijn nooit ver weg in dit stuk en de jongens van Zwerm hebben er zichtbaar plezier in. Alleen 14 minuten is duidelijk wel wat lang voor het maken van dit punt en gaandeweg verslapt de aandacht. Datzelfde gebeurt bij ‘Jongens’ van Thomas Bensdorp. Een stuk gebaseerd op de herinneringen van de leden van Zwerm aan hun tienertijd en het deelnemen aan bandjes. Een casettebandje met opnames van de elfjarige Johannes Westendorp diende hierbij ook nog als Fundgrübe voor Bensdorp. Maar ook hier geldt: een leuk idee, maar het is te mager om een kwartier lang echt te kunnen boeien. Het beste stuk van dit concert is dan toch ‘Als Mens Vermomd’ van de Belgische componist Mauro Pawlowski. Pawlowski, ook werkzaam als gitarist van dEUS, tapt natuurlijk uit het rockvaatje maar weet hier wel echt iets aan te voegen. Het is rock, maar dan wel met een twist. Een beetje Frank Zappa meets Ennio Morricone.
Mátyás Wettl stelt zich hier voor:
Rasa, Utrecht – 10 september 2015 – 21:15 uur
Het relatief nieuwe ensemble Modelo62 schotelt ons in Rasa gelukkig een totaal ander programma voor met allereerst twee werken van de Turkse componist Emre Kaleli. Kaleli won in 2013 net niet de Award maar kreeg wel een eervolle vermelding. Eén van de stukken die toen gespeeld werd, klinkt ook vanavond weer: ‘Il Voto dell’innocenza’, samen met een nieuw stuk ‘[No.12] Five Love Songs’. ‘Il Voto dell’innocenza’ is vernoemd naar de gelijknamige sculptuur van Lorenzo Bartolini een Italiaanse beeldhouwer uit de eerste helft van de achttiende eeuw. En ja, het stuk heeft wel wat weg van een beeldhouwwerk. Het is indringend en intens, Middels het op verschillende manieren herhalen van een melodielijn weet hij iedere keer kleurrijke, vaak poëtische beelden te creëren, waarbij hij overigens ook goed gebruik maakt van stiltes. Datzelfde gebeurt in ‘[No.12] Five Love Songs’, al is dit stuk minder gestructureerd en klinkt het allemaal wat raadselachtiger. Kaleli laat hier delen van het ensemble verschillende muzikale elementen neerzetten. Soms vallen deze samen maar heel vaak ook niet. Er zit verschil in snelheid, volume en intensiteit. Zo is er halverwege het stuk een gedeelte waarin strijkers en blazers het geluid in gelijkmatige golven laten weerklinken totdat de slagwerker met een slag op de grote trom dit gedeelte afbreekt, waarna er een regelrechte geluidsstorm opsteekt waarin het ensemble weer in delen uiteen valt.
‘Graphein’ van jurylid Raphaël Cendo, dat op dit festival zijn Nederlandse première beleeft is beslist één van de hoogtepunten van deze week. Aan alles is te merken dat dit een razend moeilijk stuk is dat door Modelo62 met glans wordt uitgevoerd. Cendo zegt zelf over dit stuk: “Graphein’ refereert aan de problemen waar ik me tot nu toe het hoofd over heb gebroken: een volledig loszingen van timbre en beweging en de gevolgen die dit heeft op het gebied van energie, voor de zeggenschap over de interpretatie en in verband met het muzikale conceptuele denken, dat niet bedoeld is om technische vermogens te etaleren maar als een streven naar transcendentie. Verzadiging als de weerslag van tedere en absolute schittering”. Cendo slaagt. Reeds bij de eerste maten staat het stuk als een huis. Zeer verdicht en intens. Het is bijna niet te beschrijven wat hier gebeurt. Maar het voelt alsof iemand je bij de strot grijpt en niet meer los laat. Op het ene moment klinkt de muziek massief – als een rotsblok, op het andere moment klinkt het als windvlagen, golven – zo transparant als maar mogelijk is. En soms is het ronduit angstaanjagend en kan de muziek prima dienen als soundtrack voor een stevige thriller. Muziek ook waarvan je het zonde vindt dat het voorbij is. Gelukkig kunnen we het, zij het in een andere uitvoering, weer opnieuw zien én horen!
Ensemble Linea voert ‘Grahpein’ uit:
Zie voor de recensie van de concerten van donderdag 10 september deel 1.