De Singel, Antwerpen – 27 april 2019
U kocht laatst een nieuwe tv, de oude deed het nog wel, maar die nieuwe heeft meer functies en een beter beeld. Uw oude kreeg een nieuwe bestemming, verkocht via het internet. Heel gewoon. Vervang deze tv nu eens door een mens, een zwart mens en verplaats uzelf naar het begin van de negentiende eeuw. Die slaaf doet het nog prima, maar is niet meer zo sterk en snel. Bizar? Nogal en toch was het in grote delen van de wereld, waaronder de zuidelijke staten van de VS de normale gang van zaken zo leert ons ook weer de opera Harriet van de Mexicaanse componiste Hilda Paredes die sinds november vorig jaar in de regie van Muziektheater Transparant langs de Nederlandse en Vlaamse podia trekt.
Vrijheid, wij staan er meestal niet meer bij stil wat een groot goed dat is. Wij maken immers zelf uit wat we doen en wat we zeggen. Voor Araminta Ross, geboren in 1820, of wat later – van slaven werd geen geboortedatum geregistreerd – in Maryland, was dat een geheel ander verhaal. Het moment waarop je doorverkocht kon worden, om welke reden dan ook, lag altijd op de loer. Daar kon je beter van worden, maar ook veel slechter. In 1849 heeft ze het gehad en vlucht ze naar het veilige noorden, Philadelphia, met behulp van de zogenaamde ‘Underground Railroad’, een netwerk van zowel zwarte als blanke activisten, die om diverse redenen zich inzetten voor het bevrijden van slaven. Eindelijk vrijheid, verzucht ze in deze opera, maar komt tegelijkertijd tot de conclusie dat vrijheid in eenzaamheid, ver weg van je familie, ook niet alles is. Ze neemt de naam Harriet Tubman aan en besluit om terug te gaan en ook haar familie te bevrijden. Als ‘Moses’ riskeert ze 19(!) keer haar leven, heen en weer reizend om anderen te redden. En “never lost a passenger”. Het is een zin die we diverse keren in het verhaal horen. Als in 1850 de Fugitive Slave Act wordt aangenomen in het noorden, waarin wordt bepaald dat gevluchte slaven naar het zuiden moeten worden teruggebracht, brengt Harriet de ontsnapte slaven rechtstreeks naar Canada. In de burgeroorlog spant zij zich eveneens in en schopt het in 1863 tot eerste vrouw die een militaire expeditie leidt, bij Combahee Ferry bevrijdt ze met haar eenheid meer dan 750 slaven, waarvan een aantal dienst neemt in het noordelijke leger. Maar dat is niet haar enige daad in deze periode, ze weet ook zodanig druk uit te oefenen op president Lincoln dat de formele afschaffing van de slavernij een feit wordt. Ook na de burgeroorlog blijft ze actief als voorvechter voor de vrijheid, tot haar dood in 1913.
Voorwaar een heldin, die met kracht en passie fantastisch wordt neergezet door Claron McFadden. Zij speelt Harriet niet, ze is het. Paredes’ muziek draagt eveneens voor een belangrijk deel bij aan het succes van deze opera, uitgevoerd door slechts een drietal solisten van het HERMESensemble: slagwerker Geatan La Mela, violist Wilbert Aerts en gitarist Nico Couck, aangevuld met elektronica en onder leiding van dirigent Manoj Kamps. Nergens voelt dat echter als te weinig, in tegendeel: de muziek is poëtisch, indringend en kleurrijk en past op veel momenten wonderlijk goed bij de stemmen. En vooral McFadden heeft daarbij een aantal indrukwekkende passages toebedeeld gekregen. De tweede rol is voor een al even prachtige Naomi Beeldens die zowel verteller is als een aantal personages verbeeldt. Ze is Ross’ meesteres, een quaker die voor de underground railroad werkt en het meest belangrijke: Alice, een meisje dat Harriet op één van haar reizen meeneemt en van wie het gerucht gaat dat het haar dochter is.
Prachtig zijn de regie van Jean Lacornerie en de videobeelden van Miwa Matreyek. Gekozen is voor een vrij eenvoudige, maar zeer doeltreffende opzet: een soort van grote schoenendoos met aan de voorzijde een wit vitragegordijn. In de doos zitten de musici en de twee zangeressen die echter regelmatig door de vitrage heen breken. Die vitrage en het gedeelte daarboven dienen tevens als projectiescherm, iets dat het toneelbeeld aanzienlijk levendiger maakt. Prachtig is bijvoorbeeld die scène waarin Harriet als jong meisje een stuk metaal naar haar hoofd geslingerd krijgt wat haar schedel splijt. Een ongeluk dat ze wonderlijk genoeg overleeft, maar geenszins door de zorg van haar meester. Hoe het wordt verbeeld is overrompelend, zeker in combinatie met de verontrustende muziek die hierbij klinkt en kerft in de ziel. Muzikaal treffend is ook het verklanken van de zware arbeid, waarin met name slagwerker La Mela een grote rol speelt met zijn eindeloze gehamer. Schrijnend zijn ook de projecties tijdens haar vlucht van de plakkaten die her en der worden opgehangen met haar signalement: “Runaway slave, chestnut color, fine looking and about 5 feet high”.
En dan zingt aan het eind McFadden heel zacht en ingetogen de spiritual ‘Swing low, sweet chariot’, met de prachtige zin “Coming for to carry me home” en zien we hoe de strijd voor gelijke rechten voor de zwarten sindsdien verliep en nog steeds doorgaat. We zien de berichten over lynchpartijen, de overwinning van hardloper Jesse Owens op de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn, Rosa King, de burgerrechtenbeweging, de opkomst van en moord op Martin Luther King, de Black Panther beweging, de moord op Rodney King, president Obama en tot slot de Black Lives Matter beweging. Een magistraal slot van een indringende opera.
Bekijk hier het verhaal van Harriet, verteld door Beeldens en McFadden: